vrijdag, oktober 25, 2013

maandag, april 04, 2011

Morfologie - Het substantief en het adjectief

Het substantief:

Meervoud - Theorie

GRAMLINK
Dutch Grammar

Meervoud - Opdrachten

Meridiaan College
Juf Melis
TAALBLAD

Lidwoord: de of het - Theorie

TAALBLAD
Dutch Grammar
GRAMLINK
Onze Taal

Lidwoord de of het - Opdrachten

TAALBLAD
Taalkist

Verkleinwoord - Theorie

Dutch Grammar
GRAMLINK

Verkleinwoord - Opdrachten
Paul Corthouts

Het Adjectief:

Algemene kenmerken - Theorie

GRAMLINK

Algemene kenmerken - Opdrachten

In de startblokken 5/2
In de startblokken 5/3

Trappen van vergelijking - Theorie

GRAMLINK
Taaladvies

Trappen van vergelijking - Opdrachten

In de startblokken 7/3
In de startblokken 7/4
CambiumNed
Taalmakker

donderdag, maart 02, 2006

Niveaus van het Europees Referentiekader

Beginnend taalgebruiker

A1 Kan vertrouwde, alledaagse uitdrukkingen en elementaire zinnen over concrete behoeften begrijpen en gebruiken. Kan zichzelf en anderen voorstellen en kan vragen over persoonlijke gegevens stellen en beantwoorden (zoals waar iemand woont, mensen die men kent en dingen die men heeft). Kan op een eenvoudige manier communiceren, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt en bereid is te helpen.

A2 Kan zinnen en regelmatig voorkomende uitdrukkingen begrijpen die verband hebben met zaken van direct belang (bijvoorbeeld persoonsgegevens, familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). Kan communiceren in simpele en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling over vertrouwde en alledaagse kwesties vereisen. Kan in eenvoudige bewoordingen aspecten van de eigen achtergrond, de onmiddellijke omgeving en kwesties op gebied van directe behoeften beschrijven.

Onafhankelijk taalgebruiker


B1 Kan de hoofdpunten begrijpen van standaard communicatie over vertrouwde onderwerpen die regelmatig voorkomen op het werk, op school, in de vrije tijd etc. Kan omgaan met de meeste situaties die zich plegen voor te doen tijdens een reis door het gebied waar de taal gesproken wordt. Kan eenvoudige, coherente teksten produceren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die tot de persoonlijke belangstellingssfeer behoren. Kan ervaringen, gebeurtenissen, dromen, verwachtingen en ambities beschrijven en beknopt redenen of uitleg geven voor meningen en plannen.

B2
Kan de kerngedachten van complexe teksten over concrete en abstracte onderwerpen begrijpen, ook van technische discussies in zijn/haar specialisatie. Kan zo vlot en spontaan communiceren dat de regelmatige interactie met moedertaalsprekers voor geen van beide partijen lastig is. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen. Kan een standpunt uiteenzetten over een bepaald thema en daarbij voor- en nadelen en verschillende opties aangeven.

Vaardig taalgebruiker


C1
Kan moeilijke, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen. Kan impliciete betekenis herkennen. Kan zichzelf vlot en spontaan uitdrukken, zonder al te duidelijk naar woorden te zoeken. Kan de taal flexibel en efficiënt aanwenden voor sociale, academische en professionele doelen. Kan duidelijke, goed gestructureerde, gedetailleerde teksten produceren over complexe onderwerpen, met een weloverwogen tekstopbouw, een duidelijke samenhang en goed gebruik van verbindingswoorden.

C2
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij/zij hoort of leest. Kan informatie van gesproken of geschreven bronnen samenvatten, op een coherente manier argumenten en uiteenzettingen reconstrueren. Kan zichzelf spontaan, erg vlot, precies en genuanceerd uitdrukken, ook in meer complexe situaties.

Zie ook: Het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader PDF
Oefeningen Nederlands (downloadbaar) volgens het ERK: Taken
Kinks i.v.m. het ERK: Publicaties en links ERK

vrijdag, augustus 12, 2005

Welkom op de Didactiek Pagina van Roni

Op deze pagina zal je binnenkort allerlei informatie vinden over het vak Didactiek Nederlands als Vreemde Taal. Even geduld a.u.b.

Roni